Minuten van liefde met Maria

– Geestelijke post –

Roepingencrisis

Het moment waarop ik u schrijf, ben ik heel angstig. U kent mijn fysieke toestand, ondanks mijn medicatie zie ik in het geheel geen kans om de helling weer op te klimmen, vanwege de huiselijke sfeer, de problemen, het onbegrip en de eisen van allerlei soort. Ik vraag mij af of ik me goed zal kunnen houden. Toch ben ik verbaasd over de hoeveelheid werk die ik kan verzetten. U kent overigens mijn moeilijkste probleem…

Ik vraag me wel eens af of ik net zoveel strijd zou hebben te overwinnen, als ik in de wereld was gebleven. Waarom staat de Heer dat toe? Wat wil Hij precies van mij? Wat is de Heer toch tegendraads. Om de situatie nog ingewikkelder te maken, maak ik deel uit van een parochievereniging, die door een ongehuwd persoon van mijn leeftijd wordt geleid. Wel, ik moet u zeggen dat ik erg gevoelig ben voor de aandacht en voor het begrip die men voor mij heeft en ik hecht me snel aan iemand. Tot nu toe is nog niets ernstigs voorgevallen. Ik voel wel dat ik zal moeten ingrijpen en dat zal veel van mij vragen. Op bepaalde dagen overkomt het me dat ik aan mijn roeping twijfel; ik sta er op het u zeggen, want ik zou geen verkeerde weg willen inslaan; het is al moeilijk genoeg om zo te leven. Ik zou zo graag een geestelijke leidsman hier in de buurt willen hebben; kom mij te hulp want ik bevind mij aan de rand van de afgrond en ik heb geen moed meer om te reageren. Ik heb mijn regelmatig gebed weer opgevat, maar ik zie niet veel verandering. U begrijpt me voldoende om te weten wat ik nodig heb om mij af te reageren en u bent de ontvanger daarvan. Heel erg bedankt voor het grote begrip dat u voor mij toont.

Zuster Rolande

Met aandacht heb ik uw schrijven gelezen. Uw geval interesseert me altijd, want als u meewerkt zult u er verrijkt uit tevoorschijn kunnen komen, gelukkig omdat u een zo moeilijke fase hebt doorgemaakt. “Wat verwacht de Heer van u?”, vraagt u. Wel, Hij verwacht van u de totale overgave, uw liefde in het lijden, Hij roept u dichter bij Hem, daarom plaatst Hij het kruis op uw schouder.

Aan uw roeping wordt getwijfeld. Dat komt in de wereld van vandaag veel voor. Gelooft u, mijn Zuster, dat de problemen buiten het religieuze leven minder moeilijk zijn? Wij beleven een moeilijke periode, maar God is daar en Hij helpt de zielen die Hem trouw willen blijven. Geloof me, als u in de wereld was gebleven, zou u meer hebben moeten strijden, vooral in deze eeuw van ontaarding. Om verdiensten te hebben, moet men wel strijden. Wie zijn de zielen die daaraan niet onderworpen zijn? Maar na de strijd is er de zuivere vreugde voor hen die weerstand hebben geboden.

Uw gezondheid is aangetast; uw krachten nemen niet toe overeenkomstig uw verlangens. Maar toch houdt u zich goed en dat is al bemoedigend. De huidige sfeer van moeilijkheden van allerlei soort, zowel binnen het klooster als daarbuiten, beïnvloeden uw gevoel van onveiligheid; dat is normaal. Maar ook daar moet u zich in de hand van God overgeven, doorgaan met uw gebeden, zonder de medische voorschriften te verwaarlozen.

Als u in stilte lijdt, terwijl u de moeilijkheden die van de kant van het Gezag lijken te komen edelmoedig aanvaardt en ze voor de zielen liefdevolle opoffert, zult u werkelijk snel zien dat uw kruis minder zwaar zal zijn en dat u er zelfs in zult slagen dit kruis lief te hebben, dat u zuivert en u aangenamer voor God maakt. De gevoelens van liefde voeden, als het hart pijn lijdt en uit wraak zou willen schreeuwen, is bij zichzelf balsem op de wond aanbrengen en zijn vermogen om te beminnen vermeerderen.

Uw dagelijkse heilige Communie is het beste medicijn, de rijkste voeding; laat het daaraan niet ontbreken, dat is hetgeen uw moed zal ondersteunen.

Uw hart moet zich harden tegen alle gevoelige schokken. Het is normaal dat u bepaalde gevoelens ervaart aangaande die ongehuwde, voorkomende persoon, maar u moet alles beteugelen, zo niet kan u een grote teleurstelling kennen, die u niet van dienst zal zijn. U heeft zich aan God gegeven; Hij verblijft heel dicht bij u en houdt uw hand vast om u te doen opklimmen. Gaat u Hem afwijzen, Hij die zozeer Zijn bruid, haar liefde, haar edelmoedigheid, haar overgave nodig heeft voor het welzijn van de zielen? U heeft zo’n mooie, zo grote roeping. Dat u haar onder de vaderlijke blik van God ten volle mag beleven.

Als u het lijden van bepaalde gehuwde vrouwen of ongehuwden verneemt, die overeind willen blijven, zou u verbaasd staan van de last die zij dragen. Alle roepingen kennen strijd. U bevindt zich “op de rand van de afgrond”, zegt u. U moet niet vallen. Het is duister en moeilijk, zeker, maar God blijft uw steun. Anderen hebben deze moeilijkheden gekend en zijn eruit gekomen, gelukkig te hebben gezegevierd. Ook u moet uw blik gericht houden op de Hemel en daarmee innig verbonden blijven. “Lijden gaat voorbij, goed hebben geleden blijft.” En de gezuiverde ziel kent een geluk, dat zij niet zou hebben beleefd als zij was bezweken.

De Heer is nooit tegendraads. Het is onze manier van aanvaarden, die voor Hem tegendraads wordt. Een “JA UIT LIEFDE” uitspreken, dat is alles wat je overkomt direct aanvaarden en daardoor van de mooiste genaden profiteren, die onvermijdelijk op het “FIAT” volgen.

Dit “FIAT” van iedere dag, ten volle beleefd, is de open deur naar het intense geluk, naar de diepgaande vreugden, naar onvermoede compensaties.

Het gebed dat u weer hebt opgevat, verzekert u niet van een radicale verandering in uw leven; het helpt u beter te verdragen, beter te beminnen en om alles te vergeven. Vertrouwen en moed. Alles gaat voorbij.

Marie-Paule

(Revue de l’Armée de Marie, volume I, numéro 1)