Ik zoek het Aangezicht van de Heer

“Mijn ziel dorst naar God, naar de God van Leven; wanneer zal ik het Gelaat van de Heer kunnen zien?
Ik zal binnengaan in het huis van God, in de Tempel van Zijn Glorie; Hij zal mij zuiver maken en mij Zijn Gelaat onthullen.

Gij ondersteunt mij, Heer, Gij plaatst mij voor Uw Gelaat; mijn ziel zal U altijd loven, U bent zo groot, mijn Heer en mijn God!

God kennen, is de fundamentele roeping van iedere mens. “De mens is een zoeker naar het Absolute, een zoeker naar God. De honger naar God, een honger die niet altijd herkend wordt, overweldigt – ondanks hemzelf – de geest en het hart van de mens, deze mens die zich op soms goede, soms slechte surrogaten stort, maar die na het te hebben gebruikt, nog meer honger dan te voren heeft.” (Paulus VI)

Ziel van Christus, heilig mij;
Lichaam van Christus, maak mij zalig;
Bloed van Christus, maak mij dronken;
Water uit de zijde van Christus, was mij;
Lijden van Christus, versterk mij.

O goede Jezus, verhoor mij;
Binnen uw heilige wonden, verberg mij;
Sta niet toe dat ik ooit van U gescheiden word!
Tegen de boze geest, verdedig mij.

In het uur van mijn dood, roep mij;
En beveel mij tot U te komen,
Opdat met alle heiligen ik U love,
In de eeuwen der eeuwen. Amen.

Laat ons het Aangezicht van de Heer beschouwen en Hem vragen ons naar Zijn beeld om te vormen.

O enige Zoon Jezus Christus, wij kijken naar Uw Aangezicht, naar de Glorie waarvan U schittert, bij de Vader, voor alle eeuwen. De wereld kent U niet en de duisternissen verwerpen U; maar geef hen, die U hebben erkend, mogen delen in uw overvloed. U die te midden van ons woont; o Woord vol van alle genade, onderricht ons in de waarheid, transformeer ons in uw beeld. Aan U de glorie, o Heilige Vader, alsook aan uw Zoon is de lofzang, met de Geest de Vertrooster, altijd, overal en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

“Omdat de Maagd Maria het zekere middel en de rechte, onbevlekte weg is om tot Jezus te gaan, moeten alle zielen die het Aangezicht van de Heer zoeken, door HAAR gaan, om het te vinden. Wie Maria vindt, vindt het leven, namelijk Jezus Christus, die de Weg, de Waarheid en het Leven is.” (Verhandeling over de Ware Godsvrucht tot de Heilige Maagd, nr. 50-5)

“Niemand kan zeggen: ‘Ik heb de Heer gezocht en heb Hem niet gevonden.’ Hij is gemakkelijk toegankelijk voor hen die Hem beminnen, zij die Hem zoeken vinden Hem moeiteloos. Hij verwittigt zelfs hen die verlangen Hem te zien en verschijnt aan hen aan die Hem zoeken.” (E.S. Marie Rivier)

Laat ons in een stille overpeinzing luisteren naar de Heer die tot ons spreekt in deze tekst, genomen uit het Boek van de profeet Jesaja (41-43) :

“Wees niet bevreesd, gij zijt van Mij, Ik heb u geroepen bij uw naam, Ik heb u vrijgekocht, want Ik ben Jahwe, uw God, de Heilige van Israël, uw Verlosser…”

Ik behoor U toe, Heer mijn God, mijn Schepper, mijn Verlosser!

“Ik, Jahwe, uw God, ik neem u bij de rechterhand en Ik zeg u: Wees niet bang voor Mij, ik kom u te hulp, want ik ben de Heilige van Israël, uw Verlosser!”

Ik behoor U toe, Heer mijn God, mijn Schepper, mijn Verlosser!

“Als gij over de wateren gaat, zal Ik met u zijn; zij zullen niet overweldigd worden door de rivieren, want Ik ben Jahwe, uw God, de Heilige van Israël, uw Verlosser!”

Ik behoor U toe, Heer mijn God, mijn Schepper, mijn Verlosser!

“Als u op Mij hoopt, zal Ik uw krachten vernieuwen, Ik zal u zonder uitputting laten lopen, zonder vermoeidheid laten voortgaan, want Ik ben Jahwe, uw God, de Heilige van Israël, uw Verlosser!”

Ik behoor U toe, Heer mijn God, mijn Schepper, mijn Verlosser!

“U zijt in mijn ogen veel waard, u hebt veel gekost, en Ik BEMIN U, omdat gij mijn naam draagt, en omdat Ik u heb geschapen voor MIJN GLORIE!”

Ik behoor U toe en IK BEMIN U, Heer mijn God, mijn Schepper, mijn Verlosser!

God kennen, is niet in het bezit zijn van Gods gedachten. Dat is IEMAND ontmoeten, die heel ons innerlijk leven overweldigt. God kennen, is Zijn Aangezicht zoeken in de stille overweging van het gebed.
Het gebed is het uitdrukkelijk zoeken van het Aangezicht van God.

Het beschouwen van het Aangezicht van Jezus Christus in het verborgene van het gebed, is het ontdekken van een Aanwezigheid, dat is het ontdekken van de Liefde, dat is leren zich door Hem te laten beminnen, dat is leren te leven in zijn intimiteit, dat is het ware geluk ondervinden.

Het is in de stille overpeinzing en het gebed dat het ware Aangezicht van Jezus zich onthult.

Aangezicht van goedheid,
Aangezicht van Vrede,
Aangezicht van Tederheid.

Aangezicht dat zich over niets verbaasd,
Aangezicht dat nooit veroordeelt,
Aangezicht dat begrijpt.

Aangezicht dat wacht, dat onthaalt, dat glimlacht.
Aangezicht van Jezus dat zich buigt over de armen,
de kleinen, de zieken en de zondaars.

Aangezicht van Jezus, dat de kleine kinderen onthaalt.

Aangezicht van Jezus, dat de smarten verzacht, de ellenden vermindert,
Aangezicht van Jezus in doodsstrijd,
Aangezicht van Jezus in gebed.

Onthul ons uw Aangezicht, Heer, en wij zullen gered zijn.

Het aanschouwen van het Aangezicht van Jezus Christus, brengt ons in een nauwe, intieme en duurzame relatie met Hem. Hij die langdurig zijn ogen op Jezus heeft gericht, die zich door Hem laat zoeken en beminnen, is ingewijd in het mysterie van Zijn Persoon. De Heer is Iemand voor hem en hij wordt vastberaden zijn lotgenoot, zijn vertrouweling, zijn vriend, zijn leerling.

Leerling van Jezus zijn, is delen in Zijn Bestemming, is Zijn Leven beleven. Dat is Hem vandaag Levend herkennen. Hem herkennen Levend in mij, Levend rondom mij.

Jezus Christus herkennen in elke gebeurtenis dat de vreugde of het lijden brengt.

Leerling van Jezus zijn, is leven overeenkomstig de eisen van het Evangelie.
Smeken wij dus de Heer Jezus dat Hij zelf onze trouw maakt.

Heer, wij willen U ons oprecht verlangen herhalen, te willen werken aan de uitbreiding van Uw Rijk van Liefde, door Maria, Uw Heilige Moeder.

“Blijf bij mij, Heer,
En gaat niet verder;
het is nog zo vers,
dit unieke moment waarop ik U heb ontmoet,
waarop U leek te wachten toen ik U zocht.
U heeft mij niet alles gezegd,
en ik zou U zo graag een beetje beter willen leren kennen.
Leer mij nog wat meer bij U te zijn, opdat door mij
alle mensen U ontmoeten. Amen.”

(F. Chagneau)